De huidige controle over de batterij oplader is een van de belangrijkste aspecten om ervoor te zorgen dat de stroom tijdens het laadproces binnen een veilig bereik ligt en voldoet aan de batterijspecificaties. Bij de controle van de stroom moet rekening worden gehouden met het type batterij, de chemie ervan en het ontwerp van de lader om de laadsnelheden te maximaliseren en tegelijkertijd de veiligheid en levensduur van de batterij te garanderen.
Stroombegrenzerontwerp:
Acculaders zijn doorgaans uitgerust met een stroombegrenzer om ervoor te zorgen dat de laadstroom binnen de maximaal toegestane waarde ligt die door de accu is opgegeven. Deze begrenzer kan een hardwarecircuit zijn of een software-algoritme geïmplementeerd door een microcontroller.
Bij het ontwerp moet rekening worden gehouden met de nominale laadstroom van de accu en de maximale temperatuur waarbij de accu bij deze stroom veilig kan werken.
Constante stroomlaadmodus:
Tijdens de laadfase met constante stroom van de accu blijft de lader een vaste stroom leveren om de accu snel op te laden. Deze stroomwaarde is doorgaans een bepaald percentage van de accucapaciteit, bijvoorbeeld 1C van de accucapaciteit (C is het veelvoud van de accucapaciteit).
Batterijen die vaak in mobiele apparaten worden gebruikt, zoals lithium-ionbatterijen, worden vaak opgeladen met een constante stroomsterkte die bijna hun maximale laadsnelheid bereikt.
Huidig besturingsalgoritme:
Geavanceerde batterijladers gebruiken meestal stroomregelalgoritmen om de laadstroom aan te passen door de status van de batterij in realtime te monitoren. Dit kan een nauwkeurige meting en analyse van de accuspanning, temperatuur, weerstand en andere parameters inhouden.
Het stroomregelalgoritme kan ook veranderingen in de batterijstatus detecteren, zoals een toename van de interne weerstand van de batterij, om de stroom tijdens het opladen dynamisch aan te passen om oververhitting en schade te voorkomen.
Beveiligingsoverwegingen:
Bij de huidige controle is veiligheid een belangrijke overweging. De batterijlader moet een overstroombeveiligingsfunctie hebben om de stroom onder abnormale omstandigheden onmiddellijk te onderbreken.
Een hoogwaardige acculader houdt ook rekening met de extreme omstandigheden van de accu, zoals overladen, te diep ontladen, enz., en gebruikt stroomcontrole om deze onveilige laadtoestanden te voorkomen.
De lader en batterij werken samen:
Batterijen en opladers werken doorgaans samen, waarbij de oplader signalen naar de batterij stuurt om de status ervan te begrijpen en de laadstroom dynamisch aanpast op basis van de reactie van de batterij.
Dit gezamenlijke werk zorgt voor een redelijke regeling van de stroom tijdens verschillende laadfasen om de laadefficiëntie en levensduur van de batterij te maximaliseren.
