Als draagbaar apparaat voor energieopslag, draagbare elektriciteitscentrales kunnen tijdens het gebruik te maken krijgen met veiligheidsproblemen zoals kortsluiting. Om de veiligheid van gebruikers en apparatuur te garanderen, zijn draagbare energiecentrales meestal uitgerust met kortsluitbeveiligingsfuncties.
Kortsluitbeveiliging is een belangrijke veiligheidsfunctie in draagbare energiecentrales. De belangrijkste functie ervan is om het uitgangscircuit op tijd af te sluiten wanneer er een kortsluiting wordt gedetecteerd aan de uitgangszijde, om gevaarlijke situaties te voorkomen die worden veroorzaakt door kortsluiting, zoals oververhitting en brand. De kortsluitbeveiligingsfunctie wordt meestal geïmplementeerd door een speciale beveiligingschip of beveiligingscircuit en het werkingsprincipe is als volgt:
Ten eerste bewaakt de kortsluitbeveiligingsfunctie de stroom aan de uitgangszijde in realtime via een ingebouwde stroomsensor of stroomdetector. Wanneer de stroom abnormaal toeneemt en de ingestelde drempel overschrijdt, stelt het systeem vast dat er mogelijk een kortsluiting is opgetreden.
Ten tweede wordt, zodra een kortsluiting wordt gedetecteerd, de kortsluitbeveiligingsfunctie onmiddellijk geactiveerd, wordt het uitgangscircuit onderbroken en wordt de stroomtoevoer gestopt door het aansturen van componenten zoals schakelaars of relais. Dit kan effectief voorkomen dat overmatige stroom door het kortsluitpad gaat en schade aan batterijen en apparatuur voorkomen.
Bovendien zullen sommige draagbare energiecentrales, wanneer de kortsluitbeveiligingsfunctie wordt geactiveerd, ook waarschuwingssignalen uitzenden, zoals geluid of knipperende lichten, om gebruikers eraan te herinneren dat er kortsluiting is en gebruikers in staat te stellen dit op tijd te verhelpen.
Ten slotte kan de gebruiker, zodra de kortsluitbeveiligingsfunctie het uitgangscircuit heeft uitgeschakeld, de oorzaak van de kortsluiting controleren en oplossen. Vervolgens de draagbare krachtcentrale opnieuw opstarten en het systeem zal automatisch de voedingsfunctie herstellen. Dit zorgt ervoor dat de draagbare krachtcentrale normaal kan werken nadat het kortsluitingsprobleem is verholpen.