Als draagbaar apparaat voor energieopslag, draagbare elektriciteitscentrales kan tijdens gebruik worden beïnvloed door de externe omgevingstemperatuur. Een te hoge temperatuur kan de batterij en de apparatuur beschadigen of zelfs veiligheidsrisico's veroorzaken. Om de veiligheid van gebruikers en apparatuur te garanderen, zijn draagbare energiecentrales meestal uitgerust met temperatuurbeveiligingsfuncties.
Als belangrijke veiligheidsfunctie in draagbare energiecentrales detecteert de temperatuurbeveiligingsfunctie voornamelijk dat de temperatuur van de batterij of apparatuur te hoog is en neemt tijdig maatregelen om de temperatuur te verlagen om veiligheidsproblemen veroorzaakt door oververhitting te voorkomen. Meestal implementeert de temperatuurbeveiligingsfunctie zijn werkingsprincipe via een speciale temperatuursensor of temperatuurmonitor.
Ten eerste bewaakt de temperatuurbeveiligingsfunctie de temperatuur van de batterij en de apparatuur in realtime via de ingebouwde temperatuursensor. Zodra de temperatuur de ingestelde drempel overschrijdt, zal het systeem vaststellen dat er een risico op oververhitting bestaat.
Ten tweede zal de temperatuurbeveiligingsfunctie, zodra een te hoge temperatuur wordt gedetecteerd, automatisch het uitgangsvermogen verminderen of stoppen met het leveren van stroom om de werklast van de batterij en de apparatuur te verminderen, waardoor de temperatuur wordt verlaagd.
Bovendien zullen sommige draagbare energiecentrales bij het ontwerpen rekening houden met een goed warmteafvoerontwerp, de warmteafvoer versnellen en de temperatuur effectief verlagen via warmteafvoercomponenten zoals koellichamen en ventilatoren.
Bovendien zullen sommige draagbare elektriciteitscentrales, wanneer de temperatuur de ingestelde drempel overschrijdt, waarschuwingssignalen uitzenden, zoals geluid of knipperende lichten, om gebruikers eraan te herinneren dat er sprake is van oververhitting en gebruikers in staat te stellen hier op tijd mee om te gaan.
Ten slotte zal de temperatuurbeveiligingsfunctie, zodra de temperatuur naar een veilig bereik is gedaald, automatisch de voedingsfunctie herstellen om ervoor te zorgen dat de draagbare krachtcentrale normaal kan werken.